2023-12-26
Bevestiging voorafkoppeling installatie
1. Of het koppelingsmodel geschikt is voor het voertuigmodel en het motormodel;
2. Controleer of de koppelingsdrukplaat vervormd of beschadigd is als gevolg van vallen, stoten enz. tijdens transport, uitpakken en hanteren.
Inspectie en reiniging tijdens montage van de koppeling
1. Reinig het vuil in het vliegwiel en het koppelingshuis;
2. Controleer het werkoppervlak van het vliegwiel op krassen, scheuren, ablatie en verkleuring. Vervang deze dan tijdig;
3. Controleer de koppelingsplaat op slijtage. Als het oppervlak van de wrijvingsplaat ongelijkmatig contact maakt of glad is geslepen, mag u schuurpapier 130-150# gebruiken om het te repareren of te vervangen. Van elke klinknagelkop tot het oppervlak van de wrijvingsplaat is de putwaardelimiet 0,5 mm. Als de waarde de limiet overschrijdt, vervangt u deze.
4. Reinig het vuil en de roestwerende olie op de koppelingsdrukplaat;
5. Controleer of het druklager, de koppelingsvork, het achterste geleidelager van de krukas, de tuimelaar van de koppeling en andere gerelateerde onderdelen normaal zijn;
Voorzorgsmaatregelen wanneerhet monteren van de koppeling
1. Positionering van de drukplaat: Er zijn 6 bevestigingsgaten voor schroeven op de koppelingsdrukplaat. Twee van de schroefbevestigingsgaten zijn iets groter en tegenovergesteld aangebracht. Er zitten kleine gaatjes aan elke rand, dit zijn de positioneringsgaten van de drukplaat;
2. Olievervuiling: Het is ten strengste verboden de koppelingsdrukplaat aan te raken met vette handen, vodden en andere olieachtige voorwerpen;
3. Koppelingsspieën: De spietanden van de koppelingsplaat moeten vrij over de eerste astanden van de transmissie kunnen glijden;
4. Aandraaien van schroeven: Alle bouten moeten worden aangedraaid volgens het aangegeven aanhaalmoment, diagonaal afwisselend en meerdere keren;
Aanpassing nakoppeling installatie
Controleer na montage de vrije ruimte tussen het druklager en de membraanveer of de vrije ruimte van het koppelingspedaal;
De vrije slag van de koppelingtuimelaar is 2 mm - 4 mm; de vrije slag van het koppelingspedaal is 15 mm-25 mm;
Voorzorgsmaatregelen tijdens het rijden na montage van de koppeling
Voertuigen waarbij zojuist de koppelingsdrukplaat en koppelingsplaat vervangen zijn moeten opletten;
1. Overbelasting; 2. Langdurig gebruik van halve koppeling; 3. Vermijd starten op hoge snelheid;
Regelmatige afstelling van de koppeling
Bij langdurig gebruik zal, als gevolg van normale slijtage van de koppelingsplaat, de vrije slag van het koppelingspedaal geleidelijk toenemen, waardoor regelmatige inspectie en afstelling vereist zijn. Anders is het mogelijk dat de koppeling niet volledig loskomt, wat resulteert in abnormaal schakelgeluid, verbrande schijven, enz.